Wetenschappers uit de Verenigde Staten voerden een merkwaardig onderzoek uit: aan de hand van het voorbeeld van 2000 moeders en hun kinderen evalueerden psychologen de mate van controle door volwassenen over de onafhankelijkheid van kinderen. Het experiment duurde enkele jaren: eerst, toen de kinderen twee jaar oud waren, daarna na een paar jaar, toen de volwassen kinderen in de vijfde klas studeerden.
Uit het onderzoek bleek dat, wat betreft de controle door de moeders op de spelletjes van hun kinderen, kan worden aangenomen wat hun houding ten opzichte van hun ouders in de toekomst zal zijn. Het beeld van het kind over de moeder was alleen positief toen ze haar onafhankelijkheid actief aanmoedigde. Het is belangrijk om te verduidelijken: de resultaten van het experiment waren niet afhankelijk van het ras, noch van de nationaliteit, noch van het geslacht van de kinderen.
Deskundigen merken echter op: autonomie geven aan kinderen betekent niet dat er geen natuurlijk kader is (bijvoorbeeld een bespreking van verkeersregels). De studie was bedoeld om de psychologische controle te bestuderen - een kind dwingen om niet te doen wat hij wilde, waardoor een schuldgevoel werd opgeroepen.
Wetenschappers merken op dat autonomie ongelooflijk belangrijk is voor een kind dat zelf beslissingen moet kunnen nemen, ook op basis van wat zijn ouders in hem hebben geïnvesteerd. Experts adviseren dat volwassenen kinderen openlijk hun mening laten uiten en oordelen. Eventuele meningsverschillen moeten in een vriendelijke discussie worden geregeld.
